Eeuwenoude Berberdorpjes, snelstromende rivieren met grote en kleine watervallen, dennenbossen, oude jeneverbes bomen en afwisselend kleine akkertjes en droge hoogvlakten.... Eén en al ongerepte natuur dat zó tot de verbeelding spreekt dat het in films als decor wordt gebruikt.
De bergketen die zich diagonaal van het zuidwesten tot in het noordoosten van Marokko uitstrekt is verdeeld in drie streken: de Anti Atlas in het zuiden, de Hoge Atlas in het midden met als hoogste top de Toubkal (4088 meter) en de Midden Atlas meer naar het noorden. Iedere streek heeft zijn eigen charme, een eigen taal, en allen zijn imposant en ongerept!
We starten deze reis vanuit één van de kleine bergdorpjes , 3,5 uur rijden vanuit Marrakech. Komende uit de warme stad is het aangenaam te merken dat het halverwege de rit koeler wordt, omdat we dan inmiddels zo'n 1000 m zijn gestegen. Ergens, schijnbaar in the middle of nowhere wachten de begeleiders met de muildieren ons op. De tocht voert je door een uitgestrekt en afwisselend berggebied met uitzicht op bergtoppen tot 3500 meter hoogte. Het terrein bestaat uit goede- en rotsige bergpaden, die regelmatig stijgen en dan weer dalen en soms zul je misschien even wat moeten klauteren.
De regio Ait Bouguemez ligt in het oosten van de Hoge Atlas en wordt ook wel de Happy Valley genoemd. Eeuwen lang lag het geïsoleerd tussen de hoogste bergen. Daardoor is de autheticiteit van bewoners en hun eenvoudige manier van leven bewaard gebleven.
Veel groen en vruchtbare akkers domineren het landschap afgewisseld met lemen dorpjes. Ook hier is de stilte compleet.
Ook hier is het wandelterrein afwisselend en heb je behalve goede (berg)schoenen ook je aandacht bij het pad nodig.